Jericho was toen al volkomen afgegrendeld uit angst voor de Israëlieten, er kon niemand in of uit. De HEER zei tegen Jozua:
‘Ik lever Jericho met zijn koning en al zijn dappere helden aan je uit. Jullie moeten om de stad trekken; alle weerbare mannen moeten eenmaal om de stad gaan, en dat zes dagen achter elkaar. Er moeten zeven priesters met zeven ramshoorns voor de ark van het verbond uit gaan. Maar op de zevende dag moeten jullie zevenmaal om de stad trekken. De priesters moeten op de ramshoorns blazen, en als het volk die hoort klinken moet het uitbarsten in luid geschreeuw. De muur van de stad zal dan instorten en iedereen zal de stad binnenklimmen vanaf de plaats waar hij zich bevindt.’
Jozua, de zoon van Nun, liet toen de priesters komen en gaf hun de opdracht:
‘Neem de ark van het verbond op. Zeven priesters moeten met zeven ramshoorns voor de ark van de HEER uit gaan.’ En tegen het volk zei hij:
‘Trek op naar de stad, trek eromheen en laat de voorhoede van het leger voor de ark van de HEER uit gaan.’ Het gebeurde zoals Jozua het volk had opgedragen. Zeven priesters gingen met zeven ramshoorns voor de HEER uit; ze trokken al blazend op de ramshoorns op naar de stad. De ark van het verbond met de HEER kwam achter hen aan, de voorhoede ging voor de priesters uit die op de ramshoorns bliezen en de rest van het volk kwam achter de ark. De ramshoorns klonken onophoudelijk, maar Jozua had strijdkreten verboden. ‘Laat uw stem niet horen,’ had hij gezegd, ‘slaak geen enkele kreet tot het moment waarop ik u dat beveel.’ Jozua liet de ark van de HEER eenmaal om de hele stad trekken. Daarna ging het volk terug naar het kamp, waar het overnachtte.
De volgende dag stond Jozua in alle vroegte op. De priesters namen de ark van de HEER op, de zeven priesters met de zeven ramshoorns trokken al blazend op de hoorns voor de ark van de HEER uit, de voorhoede ging voor hen uit en de rest van het volk kwam achter de ark van de HEER. Onophoudelijk klonken de ramshoorns. De Israëlieten trokken ook op de tweede dag eenmaal om de stad en gingen daarna terug naar het kamp. Zo deden ze zes dagen.